Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart het OM niet ontvankelijk in de strafvervolging wegens schending van de fiscale informatieplicht. Verdachten bevonden zich nog in de fiscale bezwaarprocedure om de informatiebeschikking aan te vechten.

De financiële administratie van X (bestuurders en vennootschap) wordt in 2013 door de fiscus onderzocht. Het onderzoek strekt zich uit over diverse onderliggende vennootschappen, IB-aangiften, klantdossiers en verkoopfacturen van aanverwante vennootschappen. X weigert en stelt dat de fiscus onder valse voorwendselen een onderzoek is gestart, doel is het in kaart brengen van alle partijen die zich bezighouden met buitenlandse vennootschappen, hun werkwijze en hun cliëntgegevens. In 2014 reikt de fiscus de informatiebeschikking uit. X stelt hiertegen bezwaar in. Omdat X geen gevolg geeft aan de informatiebeschikking voert het OM een doorzoeking uit op grond van vermoedelijke overtreding van de fiscale informatieverplichting. Bij deze doorzoeking worden de bedrijfsadministratie en de bedrijfsgegevens die de fiscus heeft opgevraagd in beslag genomen en aan de fiscus verstrekt. In geschil is of de informatieverplichting ook na het maken van bezwaar en het instellen van beroep is blijven gelden. Zolang de informatiebeschikkingen nog onderwerp van discussie zijn en niet onherroepelijk vaststaan heeft het OM, volgens X, niet tot strafrechtelijke vervolging mogen overgaan.

Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart het OM niet ontvankelijk in de strafvervolging wegens schending van de fiscale informatieplicht. Verdachten bevinden zich nog in de fiscale bezwaarprocedure om de informatiebeschikking aan te vechten. De belastingrechter heeft niet geoordeeld dat er sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Tijdens de doorzoekingen zijn stukken en andere gegevens(dragers) in beslag genomen, waarvan afgifte door de verdachten is geweigerd in de fiscaalrechtelijke bezwaarprocedure. Het OM was hiervan op de hoogte en heeft deze informatie toch aan de fiscus verstrekt. Het OM heeft hiermee de door de wetgever beoogde rechtsbescherming ernstig tekortgedaan. Eenieder die geconfronteerd wordt met een door de fiscus ingestelde verzoek om informatie kan dit verzoek immers door middel van een bezwaarprocedure in twijfel trekken. Het onder dergelijke omstandigheden instellen en voortzetten van de vervolging, zonder rechtvaardiging daarvoor is onverenigbaar met de beginselen van goede procesorde, in het bijzonder het beginsel van een redelijke en billijke belangenafweging.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Algemene wet inzake rijksbelastingen 68

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Strafrecht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 7 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen