Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X GmbH in de plaats treedt van de verkoper. X GmbH is dan ook gebonden aan de plichten van de verkoper en kan de derde en vijfde etage dan niet alsnog aanmerken als per etage te verdelen units voor de btw.

De inspecteur stemt in 2010 in met een verzoek van A bv om de ‘verdieping aanpak' toe te passen op een onroerendgoedproject ter zake van een kantoorgebouw. Het verzoek heeft tot gevolg dat de verschillende etages als afzonderlijke zelfstandige onroerende zaken worden gekwalificeerd. Vervolgens accordeert de inspecteur een brief waarin hem wordt gevraagd de gemaakte afspraken te bevestigen. De brief bevat onder andere de volgende passage: ‘De ingebruikname en de btw-herziening van het kantoorgebouw wordt, in overeenstemming met het besluit van 14 juli 2009, nr. CPP2008/137M, per etage bekeken.' In 2013 verkrijgt belanghebbende, X GmbH, het gebouw. In de akte van levering is opgenomen dat de levering wordt aangemerkt als een overgang van het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen als bedoeld in art. 37d Wet OB 1968, zodat er geen btw is verschuldigd. Verder is opgenomen dat de vierde verdieping van het kantoorgebouw op het moment van levering kan worden aangemerkt als een gebouw, dan wel een gedeelte van een gebouw, dat korter dan twee jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen, als bedoeld in art. 11 lid 1 onderdeel a sub 1 Wet OB 1968. Ten aanzien van deze vierde etage is de vrijstelling van overdrachtsbelasting als bedoeld in art. 15 lid 1 onderdeel a WBR van toepassing. In geschil is of ter zake van de niet of niet binnen twee jaren voorafgaand aan de verkrijging in gebruik genomen oppervlakten op de derde en vijfde verdieping van het kantoorgebouw de vrijstelling van art. 15 lid 1 onderdeel a WBR van toepassing is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X GmbH, voor de berekening van de verschuldigde btw, door de overgang van het kantoorgebouw onder toepassing van art. 37d Wet OB 1968, in de plaats treedt van de verkoper. Vervolgens wijst de rechtbank er op dat X GmbH gebonden is aan de plichten van de verkoper betreffende diens fiscale positie voor de btw en de daaruit voortvloeiende fiscale, btw-technische, verplichtingen betreffende het kantoorgebouw. X GmbH kan volgens de rechtbank de derde en vijfde etage dan niet alsnog aanmerken als per etage te verdelen units voor de btw. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 13 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen