Aan de fiscale behandeling van de bijzondere invaliditeitsverhoging (BIV) gaat niets veranderen. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.
De BIV is een levenslange toeslag op het militair invaliditeitspensioen en wordt maandelijks tegelijk uitgekeerd met het pensioen. De uitkering heeft het karakter van smartengeld. De BIV behoort op grond van het arrest van de Hoge Raad van 25 maart 2022, nr. 21/01143, V-N 2022/15.7, niet tot het loon.
Anders dan de eenmalige letselschadevergoeding in het arrest wordt de BIV maandelijks uitgekeerd. Ondanks dat de BIV door het arrest geen loon is, wordt de BIV wel tot het inkomen voor de inkomstenbelasting gerekend. Dit vloeit voort uit het belastingstelsel. Vanwege het inkomenskarakter van de BIV behoort defiscalisering niet tot de mogelijkheden.
Het ABP is ook na het arrest loonheffing blijven inhouden. Daarmee worden BIV-gerechtigden ontzorgt. Zij hoeven immers ook voor betalingen na 25 maart 2022 alleen te controleren of de BIV juist in de vooringevulde aangifte is verwerkt en geen inkomstenbelasting te betalen vanwege de BIV. Het is volgens de staatssecretaris passend om dit te blijven doen.
Om dit in regelgeving vast te leggen, wordt art. 11 Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 aangepast met terugwerkende kracht tot de datum van het arrest.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 11
Rubriek: Loonbelasting, Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 27 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag