Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de buitengewone last terecht niet heeft geaccepteerd. Er is sprake van een onzakelijke, renteloze, lening, zodat de rente terecht is geïmputeerd.

Belanghebbende, X bv, houdt (indirect) aandelen in het Tsjechische E sro, F sro en H sro. Op 1 januari 2003 sluit X bv kredietovereenkomsten met de Tsjechische deelnemingen. De rente op de leningen bedraagt nihil. X bv neemt, met betrekking tot de verstrekte kredieten, in haar fiscale resultaat over de jaren 2002 - 2008, telkens een bedrag aan geïmputeerde rentebaten op (van in totaal € 229.941). In haar VPB-aangifte 2009 neemt X bv een buitengewone last van € 229.941 op in verband met de geïmputeerde rentebaten. Volgens X bv is in de jaren 2002 - 2008 namelijk ten onrechte rekening gehouden met een rentevergoeding. De inspecteur accepteert de buitengewone last echter niet.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de buitengewone last terecht niet heeft geaccepteerd. Het hof stelt hierbij vast dat er sprake is van een onzakelijke, renteloze, lening, en dat er dan ook een rente-imputatie moet plaatsvinden. Volgens het hof heeft X bv in de jaren 2002 - 2008 dan ook terecht de door haar geïmputeerde rente tot de belastbare winst gerekend. Verder merkt het hof nog op dat, ook als er veronderstellenderwijs van moet worden uitgegaan dat de met deze geïmputeerde rente corresponderende rentelast in Tsjechië niet in aanmerking kan worden genomen, een redelijke wetstoepassing niet met zich brengt dat de geïmputeerde rente onbelast moet blijven. De aanslag blijft in stand.

Lees ook de thema's De onzakelijke lening en Eigen vermogen versus vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 17 juni

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen