Rechtbank Den Haag acht het toegestaan dat de gemeente aan het verlaagde havengeld voor historische vaartuigen de voorwaarde heeft gesteld dat deze schepen staan ingeschreven bij het Nationaal Register Varende Monumenten.

X is eigenaar van een aantal dekschuiten, beunbakken en sleepboten waarvoor zij havengeld verschuldigd is. Zij wenst in aanmerking te komen voor het verlaagde tarief havengeld, maar dit geldt alleen voor historische vaartuigen die aantoonbaar ingeschreven zijn bij het Nationaal Register Varende Monumenten. Met die laatste voorwaarde is X het niet eens.

Rechtbank Den Haag acht het toegestaan dat de gemeente aan het verlaagde havengeld voor historische vaartuigen de voorwaarde heeft gesteld dat deze schepen aantoonbaar staan ingeschreven bij het Nationaal Register Varende Monumenten. Het is niet onredelijk of willekeurig dat X een procedure moet doorlopen om vast te kunnen stellen dat het vaartuig als historisch kan worden aangemerkt. De eis die de gemeente stelt voor het verlaagde tarief is verder niet in strijd met de vrijheid van vereniging als bedoeld in art. 8 Grondwet. Het NRVM is geen vereniging, maar een register waarin historische vaartuigen zijn opgenomen. Van een verplicht gesteld lidmaatschap van een vereniging is dus geen sprake. Omdat inmiddels drie vaartuigen van X wel zijn opgenomen in het register, geldt voor deze schepen het verlaagde tarief en is het beroep van X gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 9 september

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen