Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de bv op de overlijdensdatum geen onderneming drijft zodat de door mevrouw X geclaimde vrijstelling niet van toepassing is. Weliswaar heeft de bv in één geval een groot project (supermarkt) ontwikkeld, maar dit is te incidenteel.

Erflater, de heer Y, overlijdt in 2014 en hield alle certificaten van aandelen in een vastgoed-bv. Zijn echtgenote, mevrouw X (belanghebbende) erft aldus de helft van deze certificaten met een waarde van € 880.594. In geschil is of X terecht een beroep doet op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de bv op de overlijdensdatum geen onderneming drijft zodat de door X geclaimde vrijstelling niet van toepassing is. Weliswaar heeft de bv in één geval een groot project (supermarkt) ontwikkeld, maar dit is te incidenteel (vgl. HR 10 maart 2017, 16/04190, V-N 2017/14.21). Ook met betrekking tot de verrichte arbeid is geen sprake van meer dan normaal vermogensbeheer (vgl. HR 15 april 2016, 15/02829, V-N 2016/24.12). Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet. Kijk ook een video over dit onderwerp op TaxVisions.nl.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 35b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 9 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen