Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar bij het bepalen van de gecorrigeerde vervangingswaarde van de onderscheiden deelobjecten onterecht rekening heeft gehouden met een verlengde technische levensduur.

X is eigenaar van een onroerende zaak dat bestaat uit buitenzwembaden, een gebouwd eigendom en in totaal 18.280 m2 grond. Het gebouw omvat binnenzwembaden, sportzalen, was- en kleedruimten en een technische installatieruimte. De waarde van de onroerende zaak is door de heffingsambtenaar per waardepeildatum 1 januari 2017 vastgesteld op € 2.155.000. Nadat X beroep heeft ingesteld heeft de heffingsambtenaar een hertaxatie laten uitvoeren. In het taxatierapport dat naar aanleiding van de hertaxatie is gemaakt, is de waarde van de onroerende zaak getaxeerd op € 2.482.000. In geschil is de WOZ-waarde van de onroerende zaak.

Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar bij het bepalen van de gecorrigeerde vervangingswaarde van de onderscheiden deelobjecten onterecht rekening heeft gehouden met een verlengde technische levensduur. Het hof verwijst hier naar het arrest van HR 31 januari 2020 (V-N 2020/8.23). Daarnaast is de heffingsambtenaar van een te hoge restwaarde uitgegaan van de deelobjecten en maakt hij de door hem voorgestane WOZ-waarde niet aannemelijk. Ook X slaagt er niet in om de bepleite waarde aannemelijk te maken Het hof stelt de waarde vervolgens in goede justitie vast op een bedrag van € 2.000.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 14 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen