Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde van de onroerende zaak niet aannemelijk maakt. X slaagt wel in zijn bewijslast.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een gedeelte van een voormalige boerderij uit 1900. In geschil is de WOZ-waarde 2014 van de onroerende zaak. In bezwaar heeft de heffingsambtenaar de waarde verlaagd van € 643.000 naar € 550.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde van de onroerende zaak niet aannemelijk maakt. X slaagt wel in zijn bewijslast. De door de gemeente gehanteerde referentieobjecten zijn onder meer qua kaveloppervlakte en ligging niet goed vergelijkbaar met de onroerende zaak van X. De door X gebruikte referentieobjecten zijn dat wel, ofschoon ze in een andere gemeente zijn gelegen. De door X gehanteerde referentieobjecten zijn gelegen zeer dichtbij de onroerende zaak, in het hetzelfde buitengebied. Het hof stelt X in het gelijk en verlaagt de WOZ-waarde naar € 408.000. De proceskostenvergoeding berekent het hof op € 2.839.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 april

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen