Rechtbank Gelderland oordeelt dat gemeenten bij het bepalen van de WOZ-waarde van bedrijfspanden huurovereenkomsten met kortere looptijden niet mogen negeren.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een bedrijfspand bestaande uit winkel/verkoopruimte met opslag/magazijn. In geschil is de WOZ-waarde 2016 die door de gemeente Arnhem is vastgesteld op € 1.493.000.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat gemeenten bij het bepalen van de WOZ-waarde van bedrijfspanden huurovereenkomsten met kortere looptijden niet mogen negeren. In dit geval zijn zowel het pand van X bv als panden in de buurt voor korte duur en voor aanzienlijk lagere prijzen verhuurd. Dergelijke huurprijzen hebben invloed op de waarde in het economisch verkeer en hadden bij de vaststelling van de waarde van het pand mede in aanmerking moeten worden genomen. Daaraan doet, anders dan de heffingsambtenaar stelt, niet af dat bij huurovereenkomsten voor bedrijfsruimten een looptijd van vijf jaren gebruikelijk is. Uitgangspunt bij de vaststelling van de waarde zijn immers marktconforme huren, dat willen zeggen huren die bij vergelijkingsobjecten zijn gerealiseerd. Indien in de markt huurovereenkomsten met verschillende looptijden worden afgesloten, dienen de gerealiseerde huurprijzen van deze huurovereenkomsten alle in aanmerking te worden genomen. De rechtbank stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 900.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 2 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen