Belanghebbende, X, drijft in 2012 een makelaarskantoor. De financiële administratie en de aangiften worden verzorgd door een adviseur. In 2012 verkoopt X twee panden met verlies. De panden zijn niet als ondernemingsvermogen in de aangiften verwerkt. In de aangifte IB/PVV 2012 zijn het verkoopverlies, kosten met betrekking tot voornoemde panden en een buitengewone last ten aanzien van een naar privé overgebrachte auto ten laste van de winst gebracht. Er is geen bijtelling privégebruik auto toegepast. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een navorderingsaanslag op met een vergrijpboete van 25%.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de fouten die de adviseur heeft gemaakt in de belastingaangifte 2012 niet aan X toegerekend kunnen worden. De rechtbank vernietigt de vergrijpboete. Dat de adviseur ten onrechte panden heeft aangemerkt als ondernemingsvermogen en geen bijtelling privégebruik auto heeft toegepast kan X niet worden verweten. X mocht vertrouwen op zijn adviseur en hoefde zich volgens de rechtbank niet te verdiepen in de inhoudelijke aspecten van deze belastingregelingen. X verklaart geloofwaardig dat hij afging op zijn adviseur. Volgens die adviseur behoorden alle panden van X als makelaar tot zijn ondernemingsvermogen. Verder heeft X van zijn boekhouder begrepen dat er geen bijtelling gold zolang hij onder de 500 kilometer bleef. Dat er strenge eisen aan de kilometerregistratie worden gesteld was hem niet bekend. De adviseur heeft geen opmerkingen gemaakt over de stukken die X bij hem heeft ingeleverd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat X dermate lichtvaardig heeft gehandeld dat het aan zijn grove schuld is te wijten dat er aanvankelijk te weinig belasting is geheven.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e