X bv exploiteert een schildersbedrijf. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een naheffingsaanslag loonheffingen op aan X bv. De naheffing betreft onder andere het aanbieden van (relatie)geschenken en de afdrachtvermindering onderwijs. Ten aanzien van de geschenken stelt de inspecteur dat X in december 2010 relatiegeschenken, van € 29,95 per stuk, chocoladeletters, van € 7,20 per stuk, en banketstaven, van € 3,60 per stuk, aan zijn personeel heeft uitgedeeld. X stelt dat hij alleen chocoladeletters en banketstaven heeft uitgedeeld en dat er sprake is van ‘kleine geschenken'. Ten aanzien van de afdrachtvermindering stelt de inspecteur dat de directeur van het leerbedrijf (X bv) en het Vakcentrum de praktijkovereenkomst niet hebben ondertekend.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X bv ook aan haar werknemers relatiegeschenken heeft uitgedeeld. Aangezien de waarde van de chocoladeletters en de banketstaven minder dan € 25 bedraagt, kan X bv een beroep doen op de regeling voor kleine geschenken. Volgens deze regeling is er geen sprake van loon bij persoonlijke attenties met een waarde van minder dan € 25. Verder is de rechtbank van mening dat het ontbreken van de handtekeningen in casu, ondanks de strenge eisen, niet in de weg staat aan het recht op afdrachtvermindering. De rechtbank overweegt daarbij dat X bv al met betrekking tot vier andere werknemers afdrachtsvermindering heeft genoten, en dat het bedrijf van X bv derhalve was erkend als leerbedrijf voor schilders. Ook tilt de rechtbank niet zwaar aan het ontbreken van de handtekening van het Vakcentrum. Deze handtekening dient, volgens de rechtbank, namelijk slechts ter bevestiging van de erkenning van X bv als leerbedrijf. De rechtbank vermindert de naheffingsaanslag.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14
Wet op de loonbelasting 1964 10