X sluit in 1995 een kapitaalverzekering. Gedurende de looptijd is de verzekering nooit aangepast. Na vijftien jaar keert de kapitaalverzekering een bedrag uit van € 38.488. De verzekeraar renseigneert aan de Belastingdienst dat van deze uitkering een bedrag van € 28.134 een onbelaste kapitaaluitkering is. De inspecteur belast het rentebestanddeel in het meerdere. X is het hier niet mee eens. Volgens X is sprake van een kapitaalverzekering eigen woning. Als dat juist is, is van de uitkering een bedrag van € 34.100 een onbelaste kapitaaluitkering. In geschil is of de verzekering kwalificeert als kapitaalverzekering eigen woning. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht het rentebestanddeel in de uitkering boven € 28.134 belast. Een kapitaalverzekering kwalificeert alleen als kapitaalverzekering eigen woning als de overeenkomst bepaalt dat de begunstigde de uitkering gebruikt voor de aflossing van de eigenwoningschuld. In de onderhavige overeenkomst komt deze clausule niet voor. Daarmee is de kapitaalverzekering geen kapitaalverzekering eigen woning. Dat de verzekering is verpand aan de bank en dat eiser de uitkering gebruikt voor de aflossing van de eigenwoningschuld maakt dit niet anders. X' beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.118 (oud
Wet inkomstenbelasting 2001 3.116 (oud
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 9 juni