Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar met haar grondstaffel de grondwaarde niet aannemelijk maakt. Onduidelijk is hoe het verminderingsbedrag op de grondwaarde tot stand komt.

X is eigenaar van een twee-onder-één kapwoning. Hij is het niet eens met de WOZ-waarde en gaat in beroep. Voor de waardering van de grond hanteert de gemeente een grondstaffel en brengt per ligging een correctie op de grondwaarde aan. Bij de referentieobjecten brengt de heffingsambtenaar een correctie aan van respectievelijk € 11.647 en € 5.943.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar de totstandkoming van correctiebedragen voor de ligging niet aannemelijk maakt. De heffingsambtenaar verzuimt de concrete grondstaffel per ligging in te dienen en volstaat slechts met een algemene grondstaffel. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Midden-Nederland

Editie: 17 mei

41

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen