X vraagt bij de gemeente Wageningen een omgevingsvergunning aan voor het bouwen van een woning. De heffingsambtenaar legt een aanslag leges op van € 7.389,25, gebaseerd op de bouwkosten. Rechtbank Gelderland verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar, nu een aanneemsom bij de aanvraag ontbrak, op grond van de Tarieventabel bij het vaststellen van de leges mocht uitgaan van een raming van de bouwkosten. Hij heeft deze gebaseerd op door het NBI aangedragen bouwkostennormen. Omdat de verwijzing naar de normen van het NBI niet in de Tarieventabel is opgenomen en het hanteren van die normen niet verplicht is voorgeschreven, kan de hoogte van de raming van de bouwkosten ook op een andere wijze aannemelijk worden gemaakt en kan X met elk bewijsmiddel de vastgestelde bouwsom bestrijden. Geen rechtsregel verzet zich ertegen dat X uiteindelijk een lagere bouwsom voorstaat dan zij in de aanvraag heeft vermeld. De heffingsambtenaar maakt, in het licht van hetgeen X heeft aangevoerd, niet aannemelijk dat de geraamde bouwkosten op het door hem bepleite bedrag moeten worden vastgesteld. Het hof vermindert de aanslag aan de hand van de lagere bouwkosten.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 26 mei