Hof Arnhem-Leeuwarden veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van X wegens de weigering om gevraagde informatie over de WOZ-waardering ter inzage te leggen.

X maakt bezwaar tegen een WOZ-beschikking 2019 van de gemeente Veenendaal. Als de heffingsambtenaar het bezwaar afwijst, komt X in beroep bij Rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, zonder X een proceskostenvergoeding toe te kennen.

Hof Arnhem-Leeuwarden veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van X wegens de weigering om gevraagde informatie over de WOZ-waardering ter inzage te leggen. De vergoeding bedraagt in totaal € 1.602. X heeft gevraagd om de grondstaffel en een taxatiekaart met KOUDV-factoren. Voor zover de heffingsambtenaar stelt dat art. 40 Wet WOZ hem niet verplicht die gegevens te verstrekken, faalt dat betoog. Op grond van de Awb is de heffingsambtenaar immers verplicht de relevante stukken ter inzage te leggen. De verplichting om stukken ter inzage te leggen beperkt zich niet tot gegevens die in papieren vorm zijn vastgelegd. In dit geval is de WOZ-waardering geschied via modelmatige waardering. Om een ongelijke procespositie te voorkomen, moet de heffingsambtenaar in de bezwaarfase zorgdragen voor de inzichtelijkheid en controleerbaarheid van de via dit model beschikte WOZ-waarde. X heeft zich nu pas in beroep een gefundeerd oordeel kunnen vormen over de WOZ-waarde.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 26 mei

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen