De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde van de hoekwoning van X voor het kalenderjaar 2019 vast op € 669.000. X is van mening dat de heffingsambtenaar de door hem vastgestelde waarde niet met de verkoopgegevens van de aangedragen vergelijkingsobjecten heeft onderbouwd. Ook is onvoldoende rekening gehouden met de gedateerdheid van de in de woning aanwezige voorzieningen. Volgens X moet de WOZ-waarde op € 565.000 worden vastgesteld.
Rechtbank Noord-Holland beslist dat de heffingsambtenaar met het overgelegde waarderapport de door hem voorgestane WOZ-waarde van de woning aannemelijk maakt. De in het rapport genoemde vergelijkingsobjecten zijn kort vóór of na de waardepeildatum verkocht. Zij zijn wat type, ligging en omvang betreft voldoende vergelijkbaar met de woning van X. Weliswaar vertoont één vergelijkingsobject aanzienlijke verschillen met de woning van X, maar met die verschillen is voldoende rekening gehouden. Dat de heffingsambtenaar bij de vergelijking onvoldoende betekenis heeft toegekend aan de gedateerde voorzieningen van de woning onderschrijft de rechtbank niet. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken 4
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 3 augustus