X is eigenaar van een vrijstaande woning en is het niet eens met de WOZ-waarde 2018 en 2019. Hij gaat in beroep. Volgens X houdt de heffingsambtenaar onvoldoende rekening met de (onderhoud)staat van zijn woning. De woning heeft een simpele keuken en badkamer, en dakrenovatie is nodig. Daarnaast is sprake van houtskeletbouw. De heffingsambtenaar geeft aan dat het pand vijf jaar geleden inpandig is opgenomen. Hij benoemt dit slechts tijdens de zitting en draagt geen bewijsstukken aan.
Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarden niet aannemelijk maakt. De heffingsambtenaar verzuimt stukken in te brengen, waaruit blijkt dat hij voldoende rekening houdt met de staat van de woning. Het slechts vermelden dat hij inpandig is geweest, is niet voldoende. Ook houdt de heffingsambtenaar onvoldoende rekening met het verschil in bouwaard. De heffingsambtenaar draagt namelijk geen referentieverkopen aan die eveneens bestaan uit houtskeletbouw. Het beroep is gegrond. De rechtbank stelt de WOZ-waarde 2019 en 2020 in goede justitie vast.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 6 september