Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de heffingsambtenaar een te hoge vervangingswaarde heeft berekend

Belanghebbende, X, is eigenaar van een parkeergarage. De parkeergarage is gebouwd in 2012 en heeft een oppervlakte van circa 3.143 m². De parkeergarage is toegankelijk voor publiek. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de parkeergarage voor 2014 vastgesteld op € 4.328.000. In geschil is deze waarde. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de heffingsambtenaar een te hoge vervangingswaarde heeft berekend. X heeft zich op het standpunt gesteld dat de waarde € 1.250.000 bedraagt conform de waarde in het economisch verkeer. Deze waarde is lager dan de gecorrigeerde vervangingswaarde en de rechtbank stelt dan ook dat de heffingsambtenaar terecht de waarde heeft bepaald op de gecorrigeerde vervangingswaarde. Bij de bepaling van de ongecorrigeerde herbouwwaarde is er echter ten onrechte een bijtelling toegepast voor de omzetbelasting. Hieruit volgt dat de waarde van de parkeergarage op een te hoog bedrag is vastgesteld. De rechtbank vermindert de waarde tot € 3.577.936. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 23 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen