Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde aannemelijk maakt. Ook al zou de kapitalisatiefactor lager zijn, een hogere markthuur rechtvaardigt de WOZ-waarde. Covid-19 heeft geen invloed op de WOZ-waarde 2018.

X is eigenaar van diverse bedrijfsunits op een bedrijventerrein. X laat zich in (hoger)beroep bijstaan door een gemachtigde. De gemachtigde vindt de gehanteerde kapitalisatiefactor te hoog. Hij voert onder meer aan dat vanwege Covid-19 sprake is van leegstand, hetgeen leidt tot een lagere kapitalisatiefactor. De heffingsambtenaar onderbouwt de WOZ-waarde door te verwijzen naar een taxatiematrix met referentiehuren en verkoopcijfers.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt allereerst dat X griffierecht moet betalen. Niet is gebleken dat hij in betalingsonmacht verkeert. De Covid-19-uitbraak is in maart 2020. Dit kan volgens het hof daarom geen waardebepalende factor zijn voor het belastingjaar 2018 (met waardepeildatum 1 januari 2017). De heffingsambtenaar maakt de WOZ-waarden aannemelijk met de ingebrachte taxatiematrix. Uit deze matrix blijkt een hogere markthuur. Doordat in feite een hogere huurwaarde moet gelden is een WOZ-verlaging niet op zijn plaats. De eindwaarde is derhalve correct vastgesteld. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:109

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 21 juli

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen