Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de WOZ-waardering de binnenplaats ten onrechte heeft gerekend tot het woongedeelte van de woning.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een gestapelde woning in de gemeente Amsterdam. De woning is gelegen op de begane grond. In geschil is de WOZ-waarde 2013. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de heffingsambtenaar de oppervlakte van de woning heeft vastgesteld inclusief of exclusief de oppervlakte van de binnenplaats.

Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de WOZ-waardering de binnenplaats ten onrechte heeft gerekend tot het woongedeelte van de woning van X. Het hof is van oordeel dat aan een binnenplaats niet dezelfde waarde kan worden toegekend als aan een woning. Van de oppervlakte van de woning van 93 m² moet ook nog worden afgetrokken 10 m² voor de gemeenschappelijke ruimte. Alsdan resteert een oppervlakte van 83 m², hetgeen bij een prijs per kuub van € 2950 leidt tot een waarde van € 245.000 voor de woning. Aan de binnenplaats kent het hof in goede justitie een waarde toe van € 60.000, zodat de totale WOZ-waarde € 305.000 bedraagt. Het hoger beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 21 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen