De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht de verkrijging van bitcoins als ROW aanmerkt, nu X niet kan aantonen wat de herkomst van zijn bitcoins is. De inspecteur moet echter wel een redelijke schatting maken.

X houdt bitcoins en doet in 2017 een vrijwillig verzoek voor verbetering van de aangifte IB/PVV 2013. De inspecteur gaat hiermee akkoord, maar verlangt wel aanvullende informatie over de transacties. De inspecteur is uiteindelijk van mening dat X meer bitcoins bezit dan aangegeven, en legt een navorderingsaanslag en een vergrijpboete op. In geschil is of de verkrijging van de bitcoins terecht als ROW in aanmerking is genomen en of er een redelijke schatting van de waarde is gemaakt.

De rechtbank overweegt dat de inspecteur een redelijke schatting maakt door de verkrijging van de bitcoins als ROW aan te merken, nu X geen juiste inlichtingen geeft die anders doen vermoeden. De rechtbank is wel van mening dat het niet redelijk is om de waarde van drie andere bitcoinadressen aan X toe te rekenen. Tevens is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van het opzettelijk verstrekken van onjuiste informatie. Het beroep is gegrond. De rechtbank verlaagt de navorderingsaanslag en vernietigt de boetebeschikking.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 11 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen