Eiseres komt in beroep op tegen een niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar door het ontbreken van gronden. In het verweerschrift erkent de heffingsambtenaar dat er wel degelijk beroepsgronden waren ingediend en dat het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. De heffingsambtenaar komt alsnog tegemoet aan het bezwaar.
Rechtbank Midden-Nederland overweegt dat de proceshouding van eiseres vertragend werkt waardoor geen proceskostenvergoeding-punt wordt toegekend voor beroepsmatige verleende rechtsbijstand. Voor de zitting was al duidelijk dat de heffingsambtenaar tegemoet zou komen aan haar bezwaar. Op de zitting is geen beroepsmatige rechtsbijstand verleend door de gemachtigde. Er was eerder, tussen het verweerschrift en de zitting, voor eiseres voldoende tijd om te laten weten aan de rechtbank dat een inhoudelijke behandeling op een zitting niet nodig was.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Midden-Nederland
Editie: 11 november