Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank het beroep ten onrechte wegens het ontbreken van een rechtsgeldige volmacht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Gemachtigde Gieben komt namens Stichting [naam 1] in bezwaar en beroep tegen een aan deze rechtspersoon opgelegde WOZ-beschikking. In geschil is of de rechtbank het beroep terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Vlak voordat hoger beroep is ingesteld, is Stichting [naam 1] opgehouden te bestaan na een juridische fusie. De verkrijgende vennootschap is belanghebbende, namens wie Gieben hoger beroep heeft ingesteld.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank het beroep ten onrechte wegens het ontbreken van een rechtsgeldige volmacht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Degene die de volmacht in beroep heeft ondertekend was volgens het hof wel degelijk bevoegd om als indirect bestuurder van de voorganger van belanghebbende (Stiching [naam 1]) een volmacht te geven aan Gieben om beroep in te stellen. Daarbij merkt het hof op dat de rechtbank had moeten concluderen dat het bij twee stichtingen met verschillende namen binnen de organisatie in feite om een en dezelfde stichting ging omdat het KvK-nummer gelijk is. Belanghebbende mag na de juridische fusie als verkrijgende vennootschap het hoger beroep van de per 1 januari 2021 verdwenen Stichting [naam 1] overnemen. Ook het hoger beroep is ontvankelijk. Het hof wijst de zaak op verzoek van belanghebbende terug naar de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 14 december

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen