Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat hij de WOZ-waarde van de woning van X niet te hoog heeft vastgesteld.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning uit 1980 met een inhoud van 340 m³ gelegen op een kavel van 197 m². De woning beschikt over een aanbouw, een dakkapel, een berging en een garage. De WOZ-waarde 2016 is door de heffingsambtenaar vastgesteld op € 223.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat hij de WOZ-waarde van de woning van X niet te hoog heeft vastgesteld. De referentiewoningen uit het taxatierapport van de heffingsambtenaar zijn qua bouwstroom en ligging goed vergelijkbaar. Met de verschillen qua bijgebouwen heeft de heffingsambtenaar voldoende rekening gehouden. Dat de heffingsambtenaar in eerste aanleg de waarde € 5000 lager heeft gewaardeerd, doet niets af aan de juistheid van de in hoger beroep ingebrachte taxatie. De heffingsambtenaar heeft een afdoende verklaring gegeven voor de verschillen in deze taxaties. Met de taxatie in hoger beroep maakt de heffingsambtenaar de waarde aannemelijk. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 23 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen