Belanghebbende, X, is eigenaar van een stolpboerderij in de gemeente Hoorn die in gebruik is als woning. In geschil is de WOZ-waarde van de onroerende zaak voor de jaren 2010 en 2011.
Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat de WOZ-waarden 2010 en 2011 door de gemeente niet op een te hoog bedrag zijn vastgesteld. Het hof stelt vast dat de heffingsambtenaar pogingen heeft gedaan om te komen tot een inpandige opname van de woning, maar dat X hieraan geen medewerking wilde verlenen. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de referentiewoningen van de heffingsambtenaar voldoende vergelijkbaar zijn met de woning van X en dat de invloed van de economische crisis op de huizenmarkt voldoende tot uitdrukking is gekomen in de verkoopcijfers van deze referenties en daarmee ook op de WOZ-waarden van de woning. De nabije aanwezigheid van bomen bij de woning heeft naar het oordeel van het hof geen invloed op de WOZ-waarde. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 9 februari