X is eigenaar van een vrijstaande woning uit 2011 gelegen in de gemeente Zevenaar. De WOZ-waarde 2014 is door de gemeente vastgesteld op € 303.000.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat de door hem voorgestane waarde niet te hoog is. Ter zitting heeft de heffingsambtenaar desgevraagd geen inzicht kunnen verstrekken in de berekening van de gehanteerde m3-prijs van de onroerende zaak, welke fors hoger ligt dan die van de meest geschikte referentieobjecten, terwijl de inhoud van de onroerende zaak en de referentieobjecten nagenoeg gelijk is. Evenmin heeft hij inzicht kunnen verstrekken in de onderlinge verhoudingen tussen de gehanteerde m3-prijzen. De factoren zijn immers onderling niet vergelijkbaar aangezien, naar de heffingsambtenaar ter zitting heeft toegelicht, de daarbij behorende correctiepercentages uitsluitend gelden binnen een wijk met onderling vergelijkbare objecten en de onroerende zaak in een andere wijk ( een nieuwbouwwijk) is gelegen dan de referentieobjecten. Het hof oordeelt dat ook de taxatie van X tekortschiet en stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 290.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 1 april