Hof Amsterdam oordeelt dat de aanslag forensenbelasting 2012 is opgelegd in strijd met het vertrouwensbeginsel. 

Belanghebbende, X, beschikt over een gemeubileerde woning in de gemeente Bergen, zonder in deze gemeente hoofdverblijf te houden. In geschil is of de heffingsambtenaar X terecht een aanslag forensenbelasting heeft opgelegd voor het jaar 2012. X laat de recreatiewoning verhuren op grond van een verhuurbemiddelingsovereenkomst.

Hof Amsterdam oordeelt dat de aanslag forensenbelasting 2012 is opgelegd in strijd met het vertrouwensbeginsel. De brief waarin de heffingsambtenaar de ambtshalve vernietiging van de aanslag forensenbelasting 2006 motiveerde, bevat volgens het hof namelijk een bewuste standpuntbepaling op grond waarvan bij X redelijkerwijs de indruk post heeft kunnen vatten dat hij ook in latere jaren niet belastingplichtig was voor de forensenbelasting indien hij feitelijk minder dan 90 dagen in de recreatiewoning zou verblijven. Deze indruk is later niet weggenomen, maar eerder versterkt doordat de gemeente na een telefoontje van X ook de aanslag over 2007 heeft ingetrokken. Daarna zijn aanslagen uitgebleven en pas met het opleggen van de onderhavige aanslag heeft de heffingsambtenaar zijn gewijzigde standpunt aan X meegedeeld. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en vernietigt de aanslag forensenbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 223

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 8 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen