Hof 's-Hertogenbosch verrekent de door Rijnvarende X in Cyprus betaalde sociale verzekeringspremies met de van hem in Nederland geheven premie volksverzekeringen.

Belanghebbende, Nederlander X, is Rijnvarende. Over de periode 1 maart 2013 tot en met 31 juli 2013 zijn bij X door zijn Cypriotische werkgever sociale verzekeringspremies op het loon ingehouden. Volgens de door de SVB afgegeven A1-verklaring is X in de in geschil zijnde periode, 1 maart 2013 tot en met 31 juli 2013, verzekerings- en premieplichtig in Nederland. Bij het vaststellen van de aanslag IB/PVV 2013 verleent de inspecteur de door X gevraagde vrijstelling premie volksverzekeringen over die periode niet.

Volgens Hof 's-Hertogenbosch wordt X, doordat in Nederland de bevoegdheden zijn verdeeld over de SVB en de Belastingdienst, geconfronteerd met een dubbele heffing. De belastingrechter moet deze impasse – die is ontstaan doordat bestuursorganen en lidstaten niet samenwerken en overleggen en het Unierecht dreigt te worden ondermijnd – doorbreken. Het hof doet dit door op de voet van artikel 73, tweede lid, van de toepassingsverordening de in Cyprus geheven premies te verrekenen met de in Nederland geheven premie volksverzekeringen. Het hoger beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 57

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 15 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen