Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat het een bestuursorgaan vrijstaat het hoorverslag op te nemen in de uitspraak op bezwaar.

X is het niet eens met de WOZ-waarde van zijn woning. In geschil is of de verslaglegging van de hoorzitting in de bezwaarfase voldoet aan de wettelijke eisen.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat het een bestuursorgaan vrijstaat het hoorverslag op te nemen in de uitspraak op bezwaar. Er geldt geen wettelijke verplichting om het verslag in een afzonderlijk stuk op te nemen. Wel moet het hoorverslag de namen bevatten van de personen die namens het bestuursorgaan hebben gehoord omdat kenbaar moet zijn of het horen in overeenstemming met art. 7:5 van de Awb heeft plaatsgevonden. Dat artikel bepaalt dat het horen geschiedt door een persoon die niet bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest. In deze zaak doet zich een uitzondering op deze regel voor omdat de WOZ-beschikking geautomatiseerd is vastgesteld zodat er geen persoon is die bij de inhoudelijke voorbereiding van die beschikking betrokken is geweest. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de hoorplicht niet heeft geschonden en ook de WOZ-waarde niet op een te hoog bedrag heeft vastgesteld. Het beroep van X is daarom ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 7:5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Midden-Nederland

Editie: 18 oktober

56

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen