Belanghebbende, de heer X, is medehuurder van een loods. Bij een 'inkijkoperatie' die daar begin 2012 heeft plaatsgevonden, zijn een tabletteermachine en xtc-poeder aangetroffen. Eind maart 2012 wordt in de woning van zijn echtgenote ruim 300 kilo hasj en xtc-pillen in beslag genomen. X woont op dat moment officieel bij zijn moeder. Volgens X had hij de hasj voor derden verstopt en zou hij voor het bewaren € 300 per maand krijgen. De xtc-pillen zijn volgens X van de onderhuurder van de loods. X zou de pillen 'uit voorzorg' uit de loods hebben gehaald. In geschil is de IB-aanslag over 2012, alsmede de vergrijpboete van € 200.000. X is inmiddels strafrechtelijk veroordeeld voor de productie van xtc. Er loopt nog wel een cassatieprocedure.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het aannemelijk is dat X zelf xtc-pillen heeft geproduceerd en dat hij van de winst de grote partij hasj heeft gekocht. In de loods is namelijk een stofmasker gevonden met het dna van X. De inspecteur heeft echter ten onrechte de waarde van de hasj (€ 1,5 miljoen) als inkomsten van X aangemerkt. Het is niet aannemelijk dat X in het eerste kwartaal van 2012 zulke hoge inkomsten heeft gegenereerd en ook weer heeft uitgegeven. In goede justitie wordt het belastbaar inkomen uit werk en woning daarom vastgesteld op € 600.000. De daarover verschuldigde IB is € 301.089. Gelet op het feit dat de aanslag is vastgesteld met behulp van omkering van de bewijslast is een boete van € 90.000 passend en geboden. Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn wordt deze met 10% gematigd tot € 81.000.De uitnodiging tot het doen van de aangifte en dergelijke zijn terecht naar adres van zijn moeder gestuurd. Iemand die in detentie zit, behoudt namelijk zijn eigen officiële adres. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 12 oktober