X is het niet eens met een bedrag aan invorderingskosten. Rechtbank Amsterdam wijst zijn verzoek om vrijstelling van griffierecht bij voorlopig oordeel toe. In haar definitieve oordeel wijst de rechtbank het verzoek echter alsnog af en verklaart het beroep van X niet-ontvankelijk.
Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank nadat zij het beroep op betalingsonmacht afwees X in staat had moeten stellen om het griffierecht alsnog te voldoen. X stelt dat hij toen niet opnieuw een nota griffierecht heeft gekregen en het dossier bevat geen aanwijzingen voor het tegendeel. Er moet derhalve vanuit worden gegaan dat X ten onrechte niet in staat is gesteld alsnog het griffierecht te betalen. Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank. Omdat de invorderingsambtenaar het standpunt ingenomen heeft dat de invorderingskosten om pragmatische en proceseconomische redenen vernietigd moeten worden, ziet het hof af van terugwijzing van de zaak naar de rechtbank. Het hof zal overeenkomstig het nader standpunt van de invorderingsambtenaar de invorderingskosten vernietigen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:41
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 23 mei