De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur is gebonden aan een A1-verklaring van de SVB. Hierbij is niet van belang of een rechtsmiddel tegen de A1-verklaring is aangewend, en de A1-verklaring dus nog niet onherroepelijk vaststaat.

Belanghebbende, X, werkt op een binnenschip waarvoor een Rijnvaartverklaring is afgegeven. Vanaf februari 2013 werkt X voor het Cypriotische L Ltd. Tot die tijd werkt hij voor het Nederlandse J bv, de eigenaar van het schip. In een op 4 januari 2013 afgegeven A1-verklaring stelt de SVB vast dat X werknemer is van J bv en dat hij van 3 januari 2013 tot en met 31 december 2013 is onderworpen aan de PVV-heffing in Nederland. Vervolgens geeft de SVB op 24 juni 2014 wederom een A1-verklaring af. Hierin wordt gemeld dat X van 1 januari 2013 - 31 december 2014 is onderworpen aan de PVV-heffing in Nederland. L Ltd. is tegen deze A1-verklaring een procedure gestart, waarin de Centrale Raad van Beroep eind 2017 uitspraak heeft gedaan. Terwijl deze procedure liep, heeft de inspecteur een aanslag IB/PVV voor het jaar 2013 opgelegd. In geschil is of X recht heeft op een PVV-vrijstelling. Hof 's-Hertogenbosch stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad (V-N 2018/27.15). Het hof wil met name weten of van belang is of een A1-verklaring al dan niet onherroepelijk vaststaat, en of de zaak mag worden aangehouden totdat de procedure over de A1-verklaring is afgewikkeld.

De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur is gebonden aan een A1-verklaring van de SVB. Hierbij is niet van belang of een rechtsmiddel tegen de A1-verklaring is aangewend, en de A1-verklaring dus nog niet onherroepelijk vaststaat. Verder merkt de Hoge Raad op dat het het hof vrijstaat om de verdere behandeling van een zaak aan te houden totdat er duidelijkheid is over de A1-verklaring. Het is zelfs mogelijk om een zaak aan te houden als de A1-verklaring onherroepelijk vaststaat, als het hof rekening houdt met de mogelijkheid dat die verklaring geheel of ten dele zal worden ingetrokken of ongeldig zal worden verklaard naar aanleiding van (de uitkomst van) een procedure over een andere A1-verklaring.

[Bron uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Premieheffing

Instantie: Hoge Raad

Editie: 8 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen