Rechtbank Noord-Holland handhaaft de navorderingsaanslagen en vergrijpboeten opgelegd aan een interimmanager. De zakelijkheid van de in aftrek gebrachte huurbetalingen is niet aannemelijk gemaakt

Ondernemer, X, werkt sinds het jaar 2008 als interimmanager en organisatieadviseur voor regionale overheden. Bij een boekenonderzoek blijkt dat X vanaf 1 juni 2009 een pand huurt van stichting A. De aanvangshuur bedraagt op jaarbasis € 90.000. X en zijn vader zijn bestuursleden van de stichting. X verantwoordt in zijn aangiften ib/pvv over de jaren 2009 tot en met 2013 de huurbetalingen als ‘overige kosten’. De inspecteur corrigeert deze aftrek. Gevolg zijn de in geschil zijnde navorderingsaanslagen ib/pvv en Zvw met vergrijpboeten. X komt in beroep.

Rechtbank Noord-Holland beslist dat de informatie die tijdens het boekenonderzoek betreffende de huur naar voren is gekomen, voor de inspecteur een nieuw feit opleverde dat navordering rechtvaardigde. Vervolgens beslist de rechtbank dat X de zakelijkheid van de huurkosten niet aannemelijk maakt. De huurprijs staat in geen enkele verhouding tot de WOZ-waarde van het pand. Niet aannemelijk is dat een dergelijke huurprijs tussen niet-gelieerde partijen tot stand zou zijn gekomen. De inspecteur heeft de aftrek van de huurkosten terecht geweigerd. De door de inspecteur gematigde vergrijpboeten worden gehandhaafd. De beroepen van X zijn ongegrond.

Lees ook het thema Navordering

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 8 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen