Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het door X genoten voordeel in het buitenland is opgekomen, zodat de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar van toepassing is.
X is het niet eens met een navorderingsaanslag IB/BPP 2008 met heffingsrentebeschikking.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het door X genoten voordeel in het buitenland is opgekomen, zodat de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar van toepassing is. De vergoeding van € 25.270 is uitbetaald door een buitenlandse vennootschap en daardoor buiten het zicht van de Nederlandse fiscus gebleven. De aanslag is tijdig en naar het juiste bedrag opgelegd. De inspecteur maakt aannemelijk dat X inwoner is van Nederland. X heeft tegenover de betwisting van de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat de vergoeding in het buitenland in de belastingheffing is betrokken. Dat betekent dat X geen recht heeft op voorkoming van dubbele belasting. Ten slotte oordeelt de rechtbank dat de inkomsten uit de werkzaamheden aangemerkt moeten worden als ROW en niet als winst. De stukken bieden onvoldoende aanknopingspunten om de inkomsten als winst te belasten. X maakt niet aannemelijk dat hij kosten heeft gemaakt die op de inkomsten in rekening kunnen komen. Het voorstel van X om 50% van de omzet als reis- en verblijfkosten aan te merken omdat de bewaarplicht is verstreken wordt door de rechtbank verworpen.
Lees ook het thema Navordering.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Algemene wet inzake rijksbelastingen 38
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 19 april