Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur terecht een waarde van € 14.721 hanteert voor de certificaten in B nv. Met de jaaropgave maakt de inspecteur aannemelijk dat de waarde van de certificaten in het economische verkeer op 1 januari 2017 € 14.271 bedraagt.
Tot het box 3-vermogen van belanghebbende, X, behoren certificaten van aandelen in een fonds (B nv). X heeft voor € 68.000 geïnvesteerd in dit fonds. Volgens de jaaropgaaf van vermogensbeheerder C is de waarde van de certificaten ultimo 2016 € 14.271. X is van mening dat de certificaten niets meer waard zijn en niet in aanmerking moeten worden genomen in box 3. Hij wijst er daarbij op dat de certificaten niet meer kunnen worden verkocht en dat het fonds geen dividenden uitkeert. Verder verwacht hij dat het fonds in de loop van 2020 zijn laatste bezittingen met verlies zal verkopen.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur terecht een waarde van € 14.721 hanteert voor de certificaten in B nv. Met de jaaropgave maakt de inspecteur aannemelijk dat de waarde van de certificaten in het economische verkeer op 1 januari 2017 € 14.271 bedraagt. In deze waarde is volgens de rechtbank al verdisconteerd dat het vastgoed in waarde is gedaald en dat de slechte resultaten er toe hebben geleid dat geen dividend wordt uitgekeerd.
Ook is het niet aannemelijk dat de overdraagbaarheid van de certificaten is beperkt. Verder merkt de rechtbank nog op dat met waardeontwikkelingen na de peildatum geen rekening mag worden gehouden in de aanslag voor het jaar 2017. De aanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 6 mei