Hof Amsterdam oordeelt dat bij het toepassen van de MKB-winstvrijstelling in verliessituaties geen sprake is van strijd met het gelijkheidsbeginsel. Daarmee wordt ook recht gedaan aan het beginsel dat een ondernemer voor het totaal van de door hem met zijn onderneming behaalde winst moet worden belast.

X drijft een onderneming. In 2012 lijdt X een verlies. X is het niet eens met toepassing van de MKB-winstvrijstelling. Volgens hem is het onverkort toepassen van de MKB-winstvrijstelling bij een verlies uit onderneming in strijd met het gelijkheidsbeginsel van art. 14 EVRM en art. 1 TP EVRM.

Hof Amsterdam oordeelt dat bij het toepassen van de MKB-winstvrijstelling in verliessituaties geen sprake is van strijd met het gelijkheidsbeginsel. Het hof overweegt daarbij dat onverkorte toepassing van de MKB-winstvrijstelling er toe kan leiden dat winst die per saldo is behaald door een ondernemer met een of meer verliesjaren, effectief tegen een lager tarief zal worden belast, dan dezelfde winst zonder verliesjaren. De wetgever heeft hiervoor een regeling mogen treffen. Ook wordt daarmee recht gedaan aan het beginsel dat een ondernemer voor het totaal van de door hem met zijn onderneming behaalde winst moet worden belast. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 79a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 23 oktober

Carrousel: Carrousel

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen