Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat X de kosten van de operatie van zijn zoon niet kan aftrekken omdat niet aannemelijk is dat de uitgaven op hem drukken.

Bij de in 1983 geboren zoon van belanghebbende, X, wordt een hersentumor geconstateerd. In het jaar 2013 ondergaat de zoon chirurgische behandelingen in Turkije. Ter financiering van de uitgaven heeft X leningen afgesloten met familieleden. In zijn aangiften ib/pvv 2013 en 2014 claimt X aftrek van specifieke zorgkosten. De inspecteur weigert de aftrek omdat X niet heeft bewezen dat de in aftrek gebrachte specifieke zorgkosten op hem drukken. X verwijst naar de met familieleden afgesloten leningsovereenkomsten. Ook verwijst hij naar een verklaring van het Turkse ziekenhuis. Daarin is vermeld dat X de factuur heeft betaald die ziet op de operatie van de zoon. 

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden zijn er aanwijzingen die erop wijzen dat X diverse rekeningen heeft betaald die zien op de ziekte van de zoon. Dit brengt echter niet zonder meer met zich dat die betalingen kosten zijn die op X hebben gedrukt. Alleen als er terugbetalingen hebben plaatsgevonden op de leningen die X met familieleden heeft afgesloten is daarvan sprake. X maakt dit volgens het hof niet aannemelijk. De aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten is terecht geweigerd. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Wet inkomstenbelasting 2001 6.1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 29 juli

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen