Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur met een uitdraai van de IP-gegevens aannemelijk maakt dat de heer X voor het indienen van de aangiften gebruik heeft gemaakt van de diensten van de heer B, die inmiddels voor fraude is veroordeeld.

De heer X claimt in zijn IB-aangiften over 2013 en 2014 met succes aftrek van specifieke zorgkosten, scholingsuitgaven en giften. De inspecteur start later een onderzoek als blijkt dat deze aangiften vanaf een verdacht IP-adres zijn verstuurd. Het IP-adres wordt gebruikt door de heer B, die voor veel belastingplichtigen jarenlang aangifte doet en vaak ten onrechte aftrekposten opvoert. B is hiervoor inmiddels veroordeeld door de strafrechter. X verstrekt - ondanks een verzoek daartoe - geen enkele specificatie en betalingsbewijzen van de uitgaven c.q. aftrekken. In geschil zijn de navorderingsaanslagen, waarbij de aftrekposten zijn gecorrigeerd. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X weerspreekt in hoger beroep dat B zijn aangifte zou hebben verzorgd.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur met een uitdraai van de IP-gegevens aannemelijk maakt dat X voor het indienen van de aangiften gebruik heeft gemaakt van de diensten van B. B heeft door gefingeerde aftrekposten te claimen opzettelijk onjuiste gegevens of inlichtingen aan de inspecteur verstrekt en deze kwade trouw wordt aan X toegerekend. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.36

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Algemene wet bestuursrecht 4.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 31 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen