Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de looninkomsten niet door middel van absorptie als winst uit onderneming kwalificeren. De loonwerkzaamheden zijn namelijk niet bijkomstig ten opzichte van de werkzaamheden die in het kader van de onderneming worden verricht.

De heer X is saxofonist en is hiervoor in 2014 zowel werknemer als ondernemer. Volgens X moet zijn loon op basis van de absorptietheorie tot de winst worden gerekend. Voorts beroept X zich op het vertrouwensbeginsel, aangezien de kwalificatie winst in eerdere jaren wel door de inspecteur is gevolgd.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de looninkomsten niet door middel van absorptie als winst uit onderneming kwalificeren. De loonwerkzaamheden zijn namelijk niet bijkomstig ten opzichte van de werkzaamheden die in het kader van de onderneming worden verricht. Financieel gezien zijn de inkomsten nagenoeg gelijkelijk verdeeld over beide bronnen en ook qua tijdsbesteding is ook geen sprake van ondergeschiktheid. De acceptatie in eerdere jaren wekt geen vertrouwen, aangezien de IB-aangiften zonder expliciete standpuntbepaling zijn gevolgd. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 5 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen