Rechtbank Noord-Holland beslist dat de inspecteur niet in strijd met de algemene rechtsbeginselen heeft gehandeld door de looninkomsten van een actrice niet als winst uit onderneming aan te merken.

X werkt in het jaar 2013 in dienstbetrekking bij Stichting A. In haar aangifte ib/pvv 2013 geeft X de ontvangen inkomsten aan als winst uit onderneming. Ook brengt zij kosten in aftrek. De inspecteur corrigeert de aangifte. De post winst uit onderneming wordt op nihil gesteld omdat volgens hem sprake is van loon. X komt in beroep. Zij betwist niet dat haar arbeidsovereenkomst met de stichting als een privaatrechtelijke dienstbetrekking moet worden aangemerkt. X stelt dat de inspecteur op grond van de algemene rechtsbeginselen haar inkomsten uit deze dienstbetrekking als winst uit onderneming in aanmerking moet nemen.

Volgens Rechtbank Noord-Holland heeft X niet aannemelijk gemaakt dat de inspecteur enig rechtsbeginsel heeft geschonden door haar looninkomsten niet als winst uit onderneming te kwalificeren. Het beroep op het vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel wordt verworpen. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 7 610

Wet inkomstenbelasting 2001 3.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 9 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen