Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de mededeling van de ontvanger over een verrekening een voor bezwaar vatbare beschikking is, zodat de belastingkamers van de rechtbank en het hof bevoegd zijn.

X krijgt een mededeling van de ontvanger dat een bedrag van € 209 is verrekend met de invorderingsrente op een aanslag. In geschil is of het bezwaar terecht door de ontvanger niet-ontvankelijk is verklaard. Volgens Rechtbank Noord-Holland is zij niet bevoegd om kennis te nemen van het geschil. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X wel een immateriële schadevergoeding van € 500, alsmede een griffierechtvergoeding van € 48. X krijgt geen proceskostenvergoeding, omdat hij niet van een derde professionele bijstand heeft gekregen. Het handelen van X is gericht op het creëren van verwarring, fouten uitlokken en meer procedures, om ook op die manier (op onderdelen) uiteindelijk weer aanspraak op (proceskosten)vergoedingen te kunnen maken. X gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt dat de mededeling een voor bezwaar vatbare beschikking is, zodat de belastingkamers van de rechtbank en het hof bevoegd zijn (vgl. HR 8 december 2017, V-N 2017/61.5). Het beroep van X is alleen in zoverre gegrond en het bezwaar wordt alsnog ongegrond verklaard. X krijgt geen proceskostenvergoeding voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, omdat het ervoor moet worden gehouden dat de processtukken door X zelf zijn opgesteld. Bovendien is de gestelde gemachtigde – een gepensioneerde vrachtwagenchauffeur – geen beroepsmatige rechtsbijstandverlener. X krijgt wel een reiskostenvergoeding voor de zittingen (in samenhang met 22/00095) in eerste aanleg en het hoger beroep, alsmede wettelijke rente daarover bij niet-tijdige vergoeding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 30

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 2 maart

62

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen