Rechtbank Rotterdam overweegt dat het schip geen pleziervaartuig is volgens de begripsbepalingen in de lokale verordening en de aanslag liggeld ten onrechte is opgelegd.

Belanghebbende woont met goedkeuring van de burgemeester tijdelijk met zijn echtgenote op een schip. Hij krijgt een aanslag liggeld pleziervaartuig opgelegd voor een geheel jaar. Belanghebbende stelt dat deze aanslag onterecht is. Er is geen sprake van een passantensteiger, omdat het gaat om een woonschip en niet om een pleziervaartuig. Er is daarom geen belastbaar feit.

Rechtbank Rotterdam overweegt dat het schip geen pleziervaartuig is volgens de begripsbepalingen in de lokale verordening. Een pleziervaartuig is een schip dat hoofdzakelijk of nagenoeg geheel bestemd of gebruikt wordt voor recreatie, sportbeoefening of vrijetijdsbesteding. Tussen partijen is niet in geschil dat het schip in de periode waarop de aanslag ziet, is bewoond. De verordening noemt geen tarief voor het gebruik van een woonschip, dus hier kan geen aanslag liggeld voor worden opgelegd. Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt de aanslag.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 23 december

23

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen