De Staatssecretaris van Financiën gaat nader in op enige onderwerpen die tijdens een algemeen overleg met de vaste commissie van financiën over internationale ontwikkelingen op fiscaal terrein ter sprake zijn gekomen.

Brief Staatssecretaris van Financiën, 11 november 2014, nr. IZV/2014/569 M  

De Staatssecretaris van Financiën gaat nader in op enige onderwerpen die tijdens een algemeen overleg met de vaste commissie van financiën over internationale ontwikkelingen op fiscaal terrein ter sprake zijn gekomen.

Hij deelt onder meer mee dat de Europese Commissie van mening is dat van de Country by Country Reporting-verplichtingen geen negatieve gevolgen te verwachten zijn en dat er daarom geen reden is om de invoering van deze verplichtingen, zoals voorzien per 1 januari 2015, op te schorten.

Verder deelt hij mee dat de OESO werkt aan een drieluik voor documentatieverplichtingen inzake verrekenprijzen, nl. de master file, de country file en de Country by Country Reporting template. De Country by Country Reporting template bevat onder andere informatie over de wereldwijde verdeling van de winst en de betaalde belasting van een multinational. Deze informatie kan door belastingdiensten gebruikt worden voor risicoselectie.

Voor wat betreft de implementatie van dit drieluik aan informatieverplichtingen voor verrekenprijzen is voor Nederland van belang dat de gekozen methode: - snel genoeg moet zijn in verband met het nut voor risicoselectie; - zo laagdrempelig mogelijk moet zijn zodat zoveel mogelijk landen kunnen meedoen; - zo efficiënt mogelijk moet zijn met zo min mogelijk administratieve lasten voor het bedrijfsleven en uitvoeringslasten voor de belastingdiensten; - waarborgen moet bevatten tegen onbedoelde verspreiding van vertrouwelijke informatie; - moet voorkomen dat het bedrijfsleven geconfronteerd wordt met conflicterende wetgeving.

Met betrekking tot de stand van zaken betreffende de verdragen met de 23 ontwikkelingslanden deelt hij mee dat inmiddels 22 ontwikkelingslanden zijn benaderd. Een aantal van de desbetreffende verdragen moet integraal heronderhandeld worden en bij andere verdragen volstaat een beperkt wijzigingsprotocol met anti-misbruikbepaling. Of, en zo ja wanneer, de inspanningen van Nederland zullen leiden tot een concreet resultaat, zal voor een belangrijk deel afhangen van de medewerking van de desbetreffende ontwikkelingslanden.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 14 november

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen