Rechtbank Haarlem overweegt dat de nagekomen bonus toch nog onder de 30%-regeling valt.

 

X is in dienst bij C bv. Bij beschikking van 18 februari 1999 is de 30%-regeling op X van toepassing verklaard tot en met 31 juli 2008. In april 2009 ontvangt X van C bv een bedrag van € 169.182. Uit een brief van C bv van 31 maart 2009 blijkt dat het een bonus betreft die betrekking heeft op het jaar 2008.  C bv heeft na overleg met de Belastingdienst de 30%-regeling niet toegepast op de bonus. X komt in beroep tegen de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2009. In geschil is of de 30%-regeling van toepassing is op 7/12e deel van de bonus. Rechtbank Haarlem overweegt dat 7/12e deel van de bonus onder de 30%-regeling valt. De grondslag voor de berekening van de vrij te stellen vergoeding wordt namelijk gevormd door loon uit tegenwoordige dienstbetrekking voor het verblijf buiten het land van herkomst en de bonus is toe te rekenen aan de arbeid die X in het jaar 2008 als ingekomen werknemer heeft verricht. Dat de bonus pas is uitbetaald en (- kennelijk -) onvoorwaardelijk is geworden na afloop van de looptijd van de 30%-regeling, doet aan het karakter van (nagekomen) beloning voor die arbeid niet af. Dit volgt volgens de rechtbank uit het arrest van de Hoge Raad van 27 april 2012, nr. 11/01873, BNB 2012/ 232. Het beroep is gegrond. De aanslag wordt verminderd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 4 februari

132

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen