Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de naheffingsaanslag verbruiksbelasting en de boete grotendeels in stand blijven, ondanks het beroep van X BV op het vertrouwensbeginsel. De boete wordt echter verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

X BV, actief in de productie van frisdranken en mineraalwater, heeft van 2014 tot 2018 aangiften verbruiksbelasting gedaan. In 2018 voert de inspecteur een boekenonderzoek uit, wat leidt tot een naheffingsaanslag van € 102.756, belastingrente van € 12.692 en een boete van € 10.275. X BV maakt bezwaar, waarna de inspecteur de aanslag en boete vermindert. X BV beroept zich op het vertrouwensbeginsel, verwijzend naar eerdere controles zonder correcties. De Rechtbank Gelderland vermindert de boete verder wegens termijnoverschrijding en kent een schadevergoeding toe. X BV gaat in hoger beroep. In geschil is of de naheffingsaanslag, de beschikking belastingrente en de boetebeschikking in stand kunnen blijven, met name gezien het beroep op het vertrouwensbeginsel en de redelijke termijn.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X BV zich niet kan beroepen op het vertrouwensbeginsel, omdat de correcties evident in strijd zijn met de wet. De naheffingsaanslag blijft grotendeels in stand. De boete is passend vastgesteld op 10% van de nageheven belasting, maar wordt verminderd vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. De belastingrente blijft ongewijzigd, omdat de vertraging deels te wijten is aan overleg en onderzoek. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen reden voor verdere schadevergoeding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 24

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 31 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

197

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen