Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de inhoudingsplicht van X op goede gronden juist is vastgesteld. Het hof vernietigt vervolgens de naheffingsaanslagen loonheffingen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X is in Luxemburg gevestigd en voert het scheepsmanagement uit voor, onder meer, binnenvaartschepen. De binnenvaartschepen zijn in verschillende Europese landen, waaronder Nederland, geregistreerd. X heeft werknemers in dienst die zij op basis van overeenkomsten met de scheepseigenaren laat werken op deze binnenvaartschepen. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat X inhoudingsplichtige is op grond van art. 6 lid 3 onderdeel b Wet LB 1964, en legt hij naheffingsaanslagen loonheffingen op. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X moet worden aangemerkt als inhoudingsplichtige. De inhoudingsplicht geldt ook voor de premies werknemersverzekeringen.

Hof 's-Hertogenbosch (V-N 2018/9.1.5) oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de inhoudingsplicht van X op goede gronden juist is vastgesteld. Verder heeft de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat de door hem voorgestane hoogte van de naheffingsaanslagen niet te hoog is. Het hof overweegt hierbij dat de inspecteur tijdens de zitting onder meer heeft verklaard dat hij de inhoudingsplicht niet op individueel werknemersniveau heeft beoordeeld, zodat hij niet concreet heeft beoordeeld of een bepaalde werknemer in Nederland arbeid heeft verricht. Verder verklaarde de inspecteur dat in de naheffing werknemers kunnen zijn begrepen die in het geheel geen arbeid in Nederland hebben verricht en dat er geen rekening is gehouden met een beoordeling van het premie-maximum per werknemer, maar dat er is uitgegaan van een gemiddelde loonsom die lager is dan het premie-maximum. Omdat het hof niet kan vaststellen of en in hoeverre de naheffingsaanslagen terecht en tot de juiste hoogte zijn opgelegd, vernietigt het hof de naheffingsaanslagen.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 14 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen