Rechtbank Gelderland ziet geen ruimte om de keuze voor fiscaal partnerschap door X en A nog ongedaan te maken.

Belanghebbende, X, woont samen met haar partner A. In hun aangiften IB/PVV 2016 hebben X en A gekozen om het gehele jaar als fiscale partners te worden aangemerkt. Omdat zij als gevolg daarvan geen recht meer hebben op zorgtoeslag en kindgebonden budget, stelt de Belastingdienst/Toeslagen deze toeslagen op nihil. Vervolgens proberen X en A de keuze voor het fiscale partnerschap ongedaan te maken door opnieuw aangifte te doen. De inspecteur beschouwt deze aangifte als een te laat bezwaar tegen de aanslag IB/PVV van X. De inspecteur behandelt dit te late bezwaar aan als een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag, maar wijst dit verzoek af.

Rechtbank Gelderland ziet geen ruimte om de keuze voor fiscaal partnerschap door X en A nog ongedaan te maken. X heeft te laat bezwaar gemaakt tegen de aanslag IB/PVV 2016 en deze termijnoverschrijding is niet verschoonbaar. Na ontvangst van de toeslagbeschikking had X namelijk nog een week de tijd om bezwaar te maken tegen de aanslag IB/PVV. Het verzoek om via ambtshalve vermindering de keuze voor fiscaal partnerschap ongedaan te maken, heeft de inspecteur eveneens terecht geweigerd gelet op de weigeringsgrond van art. 45aa aanhef en onder d UR IB 2001.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Wet inkomstenbelasting 2001 2.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 14 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen