Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat zij een lening aan U bv heeft verstrekt, dan wel dat X bv leningen van groepsmaatschappijen aan U bv heeft overgenomen. De inspecteur heeft dan ook terecht de afwaardering gecorrigeerd.

Q bv en Z bv houden de aandelen in belanghebbende, X bv. Tevens houden zij de aandelen in W bv. W bv houdt de aandelen in U bv. Uit een ongedateerde overeenkomst van geldlening blijkt dat X bv in de periode februari 2010 - augustus 2010 in totaal € 982.193 aan U bv ter beschikking heeft gesteld. In haar VPB-aangifte 2011 waardeert X bv de vordering op U bv af naar nihil. De inspecteur accepteert deze afwaardering niet. Volgens de inspecteur heeft X bv namelijk helemaal geen vordering op U bv.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat zij een lening aan U bv heeft verstrekt, dan wel dat X bv leningen van groepsmaatschappijen aan U bv heeft overgenomen. De rechtbank stelt daarbij vast dat X bv geen akten van cessie heeft ingebracht, en ook verder niet aannemelijk maakt dat sprake is van rechtsgeldige overdrachten van onderlinge vorderingen en schulden. De inspecteur heeft dan ook terecht de afwaardering gecorrigeerd.

Lees ook het thema Afwaardering van bedrijfsmiddelen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 29 mei

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen