Rechtbank Den Haag oordeelt dat het niet effectief betwisten van een evident onrechtmatige naheffingsaanslag in bezwaar meebrengt dat het redelijkheidscriterium uit art. 8:75 lid 1 Awb zich verzet tegen een proceskostenvergoeding in beroep.

Aan X is een naheffingsaanslag parkeerbelasting voor onbetaald parkeren in de gemeente Zoetermeer opgelegd. In de uitspraak op bezwaar handhaaft de heffingsambtenaar deze naheffingsaanslag. In beroep is niet langer in geschil dat de naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd, omdat de termijn van de maximale parkeerduur is verstreken. Wel is in geschil of de heffingsambtenaar moet worden veroordeeld in de kosten die X in deze procedure maakt voor beroepsmatige bijstand.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het niet effectief betwisten van een evident onrechtmatige naheffingsaanslag in bezwaar meebrengt dat het redelijkheidscriterium uit art. 8:75 lid 1 Awb zich verzet tegen een proceskostenvergoeding in beroep. X verzoekt in zijn bezwaarschrift om te worden gehoord, maar reageert niet op meerdere pogingen om een tijdstip af te spreken. Aan de redelijkheidstoets voor toekenning van de gevraagde vergoeding in beroep is niet voldaan. Voor de bezwaarfase krijgt X wel een vergoeding van € 155.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 7 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

368

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen