De Staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit gepubliceerd over vrijstelling voor de omzetbelasting voor diensten door lijkbezorgers, crematoria en exploitanten van begraafplaatsen. Het besluit is een herziening van het besluit van 24 januari 2008, nr. CPP2008/93M.

Besluit Staatsecretaris van Financiën, 19 september 2013, nr. BLKB/2013/267M, Stcrt. 2013, 26647  

De Staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit gepubliceerd over vrijstelling voor de omzetbelasting voor diensten door lijkbezorgers. Het besluit is een herziening van het besluit van 24 januari 2008, nr. CPP2008/93M. De herziening is noodzakelijk gebleken om de praktijk meer duidelijkheid te geven over de reikwijdte van de vrijstelling zoals opgenomen in artikel 11, eerste lid, onderdeel h, Wet OB 1968. De wettelijke vrijstelling is beperkt tot de (kenmerkende en essentiële) diensten van lijkbezorgers. Hiertoe behoren bijv. de volgende diensten: - De verzorging en opbaring van het lichaam van de overledene; - Het dragen van de lijkkist; - De verzorging van de uitvaartplechtigheid; - De teraardebestelling of crematie (inclusief de asverstrooiing) Horecaverstrekkingen zijn niet kenmerkend en essentieel voor een lijkbezorger. De vrijstelling is dan ook niet van toepassing. Leveringen door lijkbezorgers die in een rechtstreeks verband staan met de door hen verrichte kenmerkende en essentiële diensten kunnen in de vrijstelling delen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de levering van een lijkomhulsel en de levering van rouwkaarten. Ook de kenmerkende en essentiële diensten verricht door exploitanten van begraafplaatsen en crematoria vallen onder de vrijstelling. Het gaat dan bijvoorbeeld om het vestigen van het recht van eigen graf of om de feitelijke crematie of om bijzetting in een columbarium.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 1 oktober

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen